Met vlakwater bedoelen we "in grote lijnen" alles wat geen zee, geen grote rivier, geen zeearm en geen IJsselmeer is. Er blijft genoeg vlakwater over in Nederland. Met het varen op vlakwater wordt geen gebruik gemaakt van stroming maar als het even kan wel van de wind. Zeker voor een solopeddelaar is het van groot belang om de wind te gebruiken of om de weerstand te verminderen. Daarvoor zijn er verschillende technieken maar ook de trim en het model van de kano zijn belangrijke factoren. Dit alles geldt natuurlijk naast de geoefendheid en de conditie van de vaarder.
Het varen op vlakwater is in Nederland in alle seizoenen mogelijk. Rivieren zullen niet snel bevriezen en daarnaast zijn de winters in het algemeen niet erg lang en streng. Juist het varen in voor- en naseizoen is voor een solo vaarder een geweldige kans om zijn land beter te leren kennen en om te genieten van de rust en ruimte.
Een vlakwater kano is een kano van meer dan 500 centimeter. Deze kano heeft weinig kielsprong (rocker) en is daardoor redelijk koersvast. De stabiliteit van de kano is een persoonlijke keus maar in het algemeen geldt dat ronder ook sneller is of anders gezegd efficiënter vaart. Voor een vlakwater kano is het volume van de kano belangrijk ten opzichte van het gewicht van de vaarder of het doel van de tocht (meerdaagse- en dagtocht).
De peddel kan van hout of kunststof zijn, vele soorten blad en steelvormen en verschillende knopen. Wat de knop betreft heeft bij vlakwater de peervorm de voorkeur ten opzichte van de T-greep. De bladvorm heeft veel van doen met de techniek waarmee wordt gevaren. Zie verder onder peddels.